Denim is de afkorting van het Franse stadje Nîmes dat gekend was voor z'n wevers die een blauwe robuuste en stevige stof weefden, namelijk "Serge de Nîmes". De Fransen korte de stofnaam in naar "de Nîmes", zo spraken de Engelsen en Amerikanen voor het eerst het welgekend begrip "Denim" uit.
Eerst en vooral wordt er katoen geplukt. De pluizige katoenbollen worden tot grote balen verwerkt. Deze balen worden d.m.v. een balenplukker losgemaakt tot grove vezel vlokken en de verontreinigingen zoals zaadjes of aarde worden verwijderd.
De losse vezels worden gemengd en samengeperst in een kaarde tot een lont. Een kaarde is een grote machine met 6 roterende tonnen die bekleed zijn met naalden. De vezels worden door de naalden in de juiste parallelle richting 'gekamd' en door de roterende beweging gaan ze samenklitten tot een los lont.
Het is te vergelijken met de structuur van een suikerspin. Uiteindelijk worden er zo meerdere van deze pluizige linten samengebonden tot één lang lont, die klaar is om gesponnen te worden.
Zo'n lont kan via twee manieren versponnen worden, namelijk via het ringspinnen of het open-end spinnen.
Ringspinnen heeft een langer productie proces omdat het lint uitgetrokken en voorgespannen wordt. Daarna krijgt het z’n uiteindelijke twist door een roterend bobijn met een ijzeren ring.
Door de draad meerdere keren uit te rekken en te draaien heeft het garen natuurlijke verdikkingen, wat de denim, z'n authentieke look geeft. (Meer of minder witte puntjes)
Open-end spinnen is een goedkoper omdat het een korter proces heeft, het lont wordt niet voor getwist maar wordt rechtstreeks verwerkt. De stof zal een effen uiterlijk hebben en is redelijk gelijk.
Denim met stretch kan enkel met ringspinnen verkregen worden.
Kenmerkend bij blauwe jeans is dat het garen éérst gekleurd word en daarna zal het pas geweven worden tot een denim doek
De garen worden continue ondergedompeld in een indigokleurbad, zo dringt het pigment echt binnen tot het garen.
Enkel de kettingdraden zullen worden gekleurd en de inslagdraden blijven wit of worden gebleekt.
Al opgelet? Daarom is de binnenkant van je jeans meestal lichter dan de buitenkant.
Om een jeans te bekomen, worden er twee soorten draden met elkaar te verweven namelijk de kettingdraad (ook wel schering genoemd) en de inslagdraad.
Dit gebeurt met een weefmachine, de blauwe gekleurde kettingdraden worden verticaal opgespannen en de ongekleurde inslagdraden lopen er horizontaal over en onderdoor.
De keperbinding is de bekendste weeftechniek voor denim. Zie je die schuine lijn die over je jeans loopt? Ja, dat is die binding!
Bij deze weeftechniek, zal de inslag onder 3 keperdraden gaan en komt de inslag dan 1x boven op een kettingdraad. Wat zorgt voor die lichte puntjes in je jeans.
Ten laatste ondergaat denim verschillende bewerkingen om zo een gewenste eigenschap of een bepaald uiterlijk te verkrijgen. Zo’n afwerking is bijvoorbeeld het sanforiseren, dit maakt je jeans krimpvrij. Of ken je het voordien schuin trekken van de onbehandelde stof?
Als dit niet zou gebeuren, ken je het gevolg misschien al. De broekspijpen zouden scheeftrekken, waardoor de pijpen naar binnen draaien.
Om een grotere glans te krijgen wordt het weefsel ook vaak gemerceriseerd. Dit is een chemische behandeling die de vezels doet opzwellen waardoor ze een ronde doorsnede krijgen en zo verandert van structuur. Naast een mooie glans, krijgt de stof een betere verfopname en zal het ook sterker zijn. De laatste afwerking zal de stof met een klein vlammetje verschroeien, dit verwijderd de kleine vezelhaartjes en maakt de stof zacht. Bovendien helpt het pilling tegen te gaan!
Schrijf je in en we houden je als eerste op de hoogte van acties, trends en je favoriete merken!
Raadpleeg ons privacybeleid voor meer informatie over hoe Brooklyn jouw gegevens verwerkt.
We helpen jou met veel plezier verder.